Aantal berichten : 211 Registratiedatum : 27-06-09 Leeftijd : 37
Onderwerp: De Tali Jara wo aug 12, 2009 9:27 am
De ondergang van Chaos
Tweede geschrift .
Geen Nood noch bedreiging heersen nu ik dit U toevertrouw , Atherin bloeit en schittert in haar praalkleed , Onze ogen worden haast verblind . Door de Schoonste van alle schoonheden .
Godstrouw wordt beloond . Men vaart er wel bij . Godsvrees , bracht ons hier . Men hoort hun namen overal . Het offer kent geen prijs .
Ik zie de schelpen op het strand , Een uil jaagt in de late Rode zon , De muis schiet aan mijn neus voorbij , Ver in het oude woud huilt een wolf , De Boer viert dat de winter met een rijke oogst begon !
Het verrukt nog mijn hart , De deerne verleidt de knaap , Alle wanhoop vergeten ,dat hebben zij gemeen . Nu de slaven verkiezen te dienen , delft men overal naar kristalsteen .
Ik was in vele oorden , woonde in Awani , Zwierf door Tyra en Lygann Kraw , maar was zelden hier , Mijn tent staat hier nu vijf seizoenen van Ymstarte , In Nara aan een sprankelende rivier , Op een onmetelijk heideveld .
Waarom ben ik degene , die moet lijden , In droom dingen te zien , die gebeuren gaan ? Door de Grote Chaos Goden uitverkoren ! Het is mij eerder gezegd , Chaos is sterk in U .
De vervloekte Ene , die de schepping voor zichzelf alleen opeist , Afgewezen , zijn Zijn Zonen van wrok vervuld , Weet dit en denk nooit , Zij zijn nu tevreden , Nu zijn zij getroost !
Daar zij in hun gramschap De Ene God , Alwezen , hun Vader , die zijn Zonen verloochende , en verstootte , daar hun bestaan hem niet uitkwam , immer een kwaad hart toedragen , van zijn schepping hun erfdeel opeisen , en in woede werelden willen veroveren .
Van vele voor ons verhulde zaken spreekt men hier . Vrij , openlijk en onbekommerd , het deert hen niet . De sjamaan leest nog de geworpen stenen , voor de voornamen maar vooral de vele vrijen ook , en allen leven naar wat hij daar in ziet .
Ik heb weet van een Grote Chaos God . Die U ziet en beschikt naar zijn wil , zo Gij in zijn naam de kring betreedt . In eenheid en verdeeldheid , is vaak zijn hand het verschil .
Diep in het woud , aan de winderige kust , op weelderige velden of dorre leemtes , wie de kring trekt weet : Ik verzoek het allerheiligste !
Daar schikken de Goden , Gij waart het toch die , zich besloot te vernederen voor hun aangezicht ? Zo zij schikken zal het gaan , kleine mens , klaag dan niet en zie !
Dit is zijn land , zijn volk aanbidt hem . Vanuit het Westen zo droomde ik de dreiging , het zal de Edele Huizen bijna ongeziens binnensluipen . De ordes der Atherinpriesters .
De Grote Ehun die hier Uhn genoemd wordt , de oudste van de Zonen , zijn landen vallen eerst , als de priesters komen , die zijn getergde vader aanbidden .
De vloek verspreidt zich, over geheel Gryamm galmt het verbolgen woord van Alwezen . De Chaosgoden zijn gegaan . Nu ziet men zijn kans schoon .
De Chaosvrezers worden vervolgd . zij vinden elkaar in Oude , vergeten heilige oorden . Moeten in het verborgen leven , moeten in het verborgen sterven .
De ondergang van Chaos heb ik gezien en aldus neergeschreven te Nara op een onmetelijk heideveld in 128 na de komst .
Magus Magnus Magnussen .
Admin Admin
Aantal berichten : 211 Registratiedatum : 27-06-09 Leeftijd : 37
Onderwerp: Re: De Tali Jara wo aug 12, 2009 9:27 am
Godsspraak
Godenmacht ken ik Ik was daar toen Vele jaren geleden Zij hier neerdaalden
Godenmacht ken ik Ik was daar toen Vele jaren geleden De Godenkrijg aanving
Godsvrees ken ik Wee Atherin Verdort, verrot, verbrand Toornig woeste goden
Godsvrees zag ik De ouderen jammerden De jongen weenden Vee viel dood neer
Godskracht ken ik Ik was daar toen Grootse krijgers vochten Knapten als dunne twijgen
Godsonderworpen ben ik Na de strijd, de vrede Overwonnenen schikken zich Als angstige slaven
Godendaden zag ik Na verval, herstel Na afschuw, ontzag Een dienaar is geen slaaf
Godendaden zag ik Schikken, vrees, ontzag In nood of rite aangeroepen Dan kunnen Goden gul zijn
Godswoord ken ik Naam, aard en wezen Zijn aan mij bekend Ik doorzag veel
Godsgaan zag ik Andere rijken zochten zij Die zij onderwerpen wilden Zij lieten ons Chaos
Godstrouw zag ik Nadat zij vertrokken waren Werd Chaos gediend Als waren zij nog daar
Godsdaden zag ik In nood en rite aangeroepen Gaven zij gehoor Wanneer het hen zinde
Godsspraak spreek ik Magnus de Oudere Magus ben ik Geen dan de Goden kent mijn bestemming
Godsspraak spreek ik Hoogste der priesters Atherin is mijn woon Ik roep Chaos aan
Godsspraak spreek ik Machtig is Tsjeensch Hij die beschikt Hij is voorwaar de grootste
Godsspraak spreek ik Machtig is Khorn Hij draagt de krijgereer Vreest Khorn vooral
Godsspraak spreek ik Machtig is Nurgle Van bloei tot pestilentie Vreest Nurgle vooral
Godsspraak spreek ik Machtig is Slaneesh Hij die tot dwaasheid verleidt Vrees Slaneesh vooral
Godsspraak spreek ik Machtig zijn nog andere goden Zij gaan over vele zaken Vreest hen vooral
Godsspraak spreek ik Dit zijn machtige Chaosgoden Men verzaakt hen niet Overwonnen en onderworpen
Godsspraak spreek ik Magnus de oudere Magus, hoogste priester Geen dan de goden kent mijn bestemming
Admin Admin
Aantal berichten : 211 Registratiedatum : 27-06-09 Leeftijd : 37
Onderwerp: Re: De Tali Jara wo aug 12, 2009 9:28 am
Testament van : Magus Magnus Magnussen . UrMagus van de Behoeftigen en de hongerigen .
Ik heb veel gezien , En verkreeg veel weten , Ziet in de maanloze nacht, Als zelfs de Kleine rode slaapt, De talloze sterren zult ook gij nooit vergeten .
De Ouden moesten wijken , Toen de Chaos Goden op Atherin kwamen , Ik zag nog hun daden , Ik ontwaarde hun aard. Ik ontwaarde hun namen.
De Vijf hemelkristallen Heel Atherin roemt hun pracht Ymstarte de Witte Dagbrenger Astarte de Kleine Rode, Grylun , Mokath , Luna op een maanvolle nacht.
Zij zijn hier , ge bent gezien, Als zijn het hun ogen , Om over allen te waken , Geen God vergeet nog ontziet, de leugen is gezien voor hij is gelogen .
In deze tijden , In de daden van Dwerg of Draak, In de daden van Oric of Mens Zie ik toch Godsdaden, Maar hoor ik zelden Godsspraak.
Was het niet zo, Dat wij hen zouden eren Als waren zij nog hier ? Ons offeren in godstrouw en godsvrees, Op kristalsteen zouden zweren ?
In het Westen roept men reeds , Wie vreest nog de Chaosgoden Nu zij zijn heengegaan Op maanloze nachten, houden zij duistere riten En worden wrede demonen ontboden.
Zij aanbidden het vervloekte Alwezen Hanteren magie , ook zwaarden en speren in zijn naam , Zij noemen zich Atherinpriesters Sparen ouderdom nog geslacht Wanneer men zich niet wil bekeren .
Het Alwezen , de Ene God , zijn wezen is aan mij onthuld , eert hem nooit ! de toornige vader die zijn zonen ontkent , en ze hun erfdeel ontzegt , hieruit groeit slechts wrok en haat . Het Alwezen is evenveel als zijn zonen ,van schuld vervuld .
Ook mij is het zo vergaan , Ik ken in hun weg , mijn eigen pad , De vader die zijn zoon ontkende , die niets van de Grote Chaosgoden wilde weten en tot de dood slechts de Oude Goden aanbad .
Ach mijn schoon Atherin Tot slagveld verworden een tweede keer, Wij noemen ons de Kampioenen, Bevechten elkaar tot op de dood, Een ieder kiest zijn eigen heer.
Atherin , dit is uw vlucht, Chaosvrezers het ga uw goed, Hier heerst godsverlaten kamp en krijg , Het zal uw Goden niet langer deren, Ware het uw of uw vijand zijn bloed ,
Heilige rites worden verkracht Voor hem die het meeste biedt Valse priesters , zij zullen zeggen , Ik vrees de Chaosgoden als geen ander, maar hun gelaat verraadt de leugen niet.
Zoveel donkere tijden , zal men klagen , Blijft ons dan werkelijk niets bespaard ? Reeds zijn er onder Atherins kinderen Zonen en dochters die bezeten zijn, Verkondigers van Chaos van ware aard.
Behoeftigen en hongerigen , verwelkomt hen en volgt hun woord , het is aan mij geopenbaard , gij vreesde hoop daar gij slechts wanhoop kende , Uw offers en gebeden in godstrouw zijn gehoord .
Behoeftigen en hongerigen , Een dienaar is geen slaaf , de kringen zijn voor U in rite zoals het woud is voor de wolf , en de buit is voor de raaf .
Behoeftigen en hongerigen , Ziet af van wat Gij begeerd . Neemt de gift niet zolang die niet gegeven is , Wanneer Gij heilige grond en kristalsteen bezweert !
Behoeftigen en hongerigen , Wat biedt Gij Uw Goden aan ? Niets dan Uwzelve zeg ik U , en hetgeen U het meest dierbaar is . worden als toereikend offer verstaan .
De vos sprak tot de herdersknaap : Ik vertrouw de kudde niet . Zo is het vals geloof . Hoedt U niet slechts voor de vos maar ook voor de knaap die de kudde stelen liet !
Behoeftigen en hongerigen , het ga U goed ! Mijn testament is nu geschreven Weet er is Godsdaad in tijden en op plaatsen waar gij het minst vermoedt !
Behoeftigen en hongerigen , Magus Magnus Magnussen , Uw verkozen Kampioen . Nu toevertrouwd aan mijn sponde , Kiest mijn opvolger in zuiver Godsgericht , En deze zal zeker niet voor mij onderdoen .
Waar mijn pad eindelijk eindigt, Vangt het Uwe pas aan , Geen dan de Goden kent Uw bestemming , Behoeftigen en hongerigen , Ik moet U laten gaan .
In de rode , late uren van mijn leven , verlang ik tevreden naar de schaduw, welke ik ook verdien , De pracht van Atherin onder de vijf hemeljuwelen , De Groene Gewelven in volle bloei , Voorwaar , ik heb veel gezien !
Derde geschrift Zijnde ; Het Testament van Magnus Magnussen , UrMagus van de Behoeftigen en de Hongerigen . De Grote Goden van Chaos immer toebehorend .
Opgetekend in het jaar 152 na de komst , door : Gwindadoriarion , van het ras der halfelven uit onbesproken streken .
Ik schreef deze woorden zoals UrMagus Magus Magnussen ze mij opgaf . Daar hij door zijn vergevorderde leeftijd , zelf niet meer kon schrijven ,vertrouwde hij mij deze woorden toe . Dit is zijn woord , naar waarheid en eigen horen opgetekend bij het oude heiligdom van de vijf hoge stenen in de baai van Jarahlonn Akrith te Zomi .
Admin Admin
Aantal berichten : 211 Registratiedatum : 27-06-09 Leeftijd : 37
Onderwerp: De geschiedenis van Estiniwit I "Bloedvrouwe" wo aug 12, 2009 9:29 am
DE GESCHIEDENIS VAN ESTINIWIT I ‘BLOEDVROUWE’.
In 211 na de komst van de Chaosgoden volgt Estiniwit I , de dochter van Jaswit Tra Nee II ‘De Houthakker’, haar vader op als Kampioene van Lygann Kraw. Al vrij snel na haar aantreden breekt er een opstand uit in Lygann Kraw, wanneer lokale heren zich door de Atherinpriesters laten verleiden om Estiniwit I het Kampioenschap te ontnemen, de macht te grijpen, en een vazallenstaat te stichten onder aanvoering van een nieuwe Kampioen. Onder aanvoering van Asten Hera van het Huis van Tsri Nai, beginnen zij een bloedige burgeroorlog waarbij alle Huizen van Lygann Kraw gedwongen worden kant te kiezen en betrokken raken. De strijd golft op en neer en geen van beide zijden kan de overwinning bewerkstelligen. Vertwijfeld zoekt Estiniwit I steun in Awani maar Koren II ‘Slaneeshzoon’, Kampioen van Awani, die zij zelfs een huwelijk aanbiedt, is ondanks het feit dat hij zelf voor de helft, van moeders kant, Lyganni van afkomst is niet geneigd haar te helpen laat staan haar te trouwen. Bovendien is hij zelf in een burgeroorlog verwikkeld.
De strijd verhard zich gedurende de omlopen en eist een zware tol van de Lyganni. Ten einde de macht van de rebellen te breken verzamelt Estiniwit I in 244 al de aan haar trouwe Huizen onder zich in een groot leger en onderneemt een veldtocht die bekend staat als ‘de veldtocht van zes omlopen’, en die haar door heel Lygann Kraw leidt. Asten Hera en zijn rebellen worden in 249 uiteindelijk verslagen in een veldslag die maarliefst drie volle dagen en nachten duurt en waarbij Estiniwit I vrijwel haar gehele leger opoffert. Vanaf dan verkrijgt zij de bijnaam de ‘Bloedvrouwe’. Gedurende de omlopen dat de burgeroorlog woedde is Estiniwit I namelijk een verbitterde en tirannieke vrouw geworden. De overblijfselen van het rebellenleger vluchtten over de Dymme naar Nara alwaar zij een omwalling opwerpen. Vanuit daar steken zij regelmatig de Dymme over en ondernemen in Lygann Kraw rooftochten.
Ondertussen zint Asten Hera op wraak en daarom stuurt hij gezanten naar de Raad van Acht in Atherin Minor en vraagt de Atherinpriesters om hulp. De Atheri geven daaraan gehoor en schenken hem een machtige magische bijl, ‘chaosslachter’ genoemd. Wanneer Estiniwit I ‘Bloedvrouw’ hiervan verneemt raakt zij buiten zichzelf van woede en eist van de aan haar trouwe Huizen hun laatste krachten op. Opnieuw verzamelt zij een leger dat hoofdzakelijk nog bestaat uit veel te oude en veel te jonge krijgers en trekt aan het hoofd daarvan de Dymme over om de opstandelingen voorgoed te verslaan. In 250 treffen de legers elkaar aan de voorde van Systash in de Dymme. Daar worden de rebellen uiteindelijk totaal verslagen ten koste van enorme verliezen. Maar in die slag slaat Asten Hera, Estiniwit I ‘Bloedvrouwe’ dood met de bijl ‘Chaosslachter’. Daardoor verkrijgt hij zelf de bijnaam ‘Chaosslachter’. Zelf sneuvelt hij daar echter ook.
Hiermee komt de opstand ten einde. In Lygann Kraw komt nu Estiniwits zoon, Jaswit Tra Nee III aan de macht. Na een aantal omlopen van relatieve rust laait de rebellie echter weer op en Asten Heras zoon, Asten Tsri Nai ‘De rebel’ zal in 286 uiteindelijk het huis van Jaswit ten val brengen en het Kampioenschap als leenheer van de Atherinpriester onder het Huis van Tsri Nai brengen.